Sustainergy

Energiedak

Duurzaam Energiedak


Zonnepanelen, een zonneboiler en een warmtepomp combineren om zo 3 labelsprongen te maken. Het is het basisprincipe van het Duurzaam Energiedak. Met deze succesformule willen we de sociale huurwoningen een tussenstap laten maken naar een uiteindelijk volledig energieneutrale woning. We hebben voor de woningcorporaties in Nijmegen en Wijchen inmiddels 250 huurwoningen van een Duurzaam Energiedak voorzien en zo 3 sprongen met het energielabel laten maken.

Met de Regeling Vermindering Verhuurderheffing (RVV Verduurzaming) kunnen verhuurders – zoals woningcorporaties – sinds dit jaar hun huurwoningen verduurzamen. De RVV Verduurzaming is een uitbreiding van de al bestaande RVV en tevens ook de opvolger van de Stimulering energieprestatie huursector (STEP).

Fiscale stimuleringsregeling


De RVV Verduurzaming is overigens geen subsidie, maar een fiscale stimuleringsregeling. Een belangrijke voorwaarde om voor de regeling in aanmerking te komen, is dat de woningen energetisch verbeterd wordt met ten minste 3 stappen in de Energie-Index.

Bijkomend voordeel is dat woningcorporaties voor de zonneboiler en warmtepomp van het Duurzaam Energiedak aanvullend een beroep kunnen doen op de regeling Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE).

Deze stapeling van financiële voordelen is dan ook een van de redenen waarom het Duurzaam Energiedak momenteel snel terrein wint. Het concept komt overigens voort uit een proef met woningcorporaties Talis. De organisatie, die ruim 14.000 woningen in bezit heeft die bewoond worden door zo’n 30.000 mensen, is actief in Nijmegen en Wijchen. Toen Talis de proef opstartte melden honderden huurders zich aan om hun woning te laten verduurzamen. Sinds de start in mei 2017 hebben we hierdoor zo’n 250 woningen van Talis van advies en begeleiding voor een Duurzaam Energiedak kunnen voorzien. Talis biedt het Duurzaam Energiedak kosteloos aan de huurders aan. Er worden per woning 6 tot 8 zonnepanelen van 300 wattpiek per stuk geplaatst, het zonneboilersysteem bestaat uit 1 of 2 zonnecollectoren en daarnaast wordt er een warmtepomp geplaatst.

Tapwater


Woningcorporaties hebben behoefte aan verduurzaming, maar weten niet altijd even goed op welke manier ze dit moeten realiseren. Om hen de helpende hand te reiken hebben we met bestaande producten een nieuw concept ontwikkeld. Het is een samenvoeging van producten waar niet snel aan gedacht wordt. De zonnepanelen leveren zonnestroom, de zonneboiler ondersteunt het warm tapwater en de warmtepomp de verwarming. Het zijn niet zo zeer de individuele technologieën die innovatief zijn, maar de combinatie van producten maakt het bijzonder. Door zonnepanelen te combineren met een zonneboiler en een warmtepomp kunnen we zeer veel verschillende soorten daken bedienen: van een grondgebonden woning tot een maisonnette of een flatgebouw. Kortom, deze 3 technieken slaan de handen succesvol ineen. Doordat het Duurzaam Energiedak merkonafhankelijk is – per woning kan gekozen worden voor een ander type zonnepaneel, zonneboiler of warmtepomp als er bijvoorbeeld in de woning minder ruimte beschikbaar is – is het een soort “receptenboek”.

Hybride én no regret


Het Duurzaam Energiedak betreft een hybride oplossing. Er wordt dan ook gewerkt met hybride warmtepompen. De cv-ketel op gas blijft dus in de woning aanwezig, maar wordt aangevuld met technieken die gezamenlijk het gasverbruik met zo’n 50 procent kunnen reduceren. Bij de installatie van het Duurzaam Energiedak wordt er volop rekening meegehouden met het feit dat het een tussenoplossing is. Als woningcorporaties in een later stadium bijvoorbeeld de cv-ketel willen vervangen of de huurwoning willen aansluiten op een warmtenet, kunnen de zonnepanelen, zonneboilers en warmtepomp blijven functioneren. Het zijn dus “no regret”-maatregelen. En door het benutten van de verschillende stimuleringsregelingen en de korte installatietijd – het Duurzaam Energiedak is in 1 dag te installeren – is de kostprijs competitief.

Tussenoplossing


Woningcorporaties zijn bovengemiddeld geïnteresseerd in tussenoplossingen, omdat de stap naar nul-op-de-meterwoningen voor bestaande woningbouw behoorlijk kostbaar is. Als je de totale opgave van de woningbouwcorporaties ziet, is verduurzaming een behoorlijke kostenpost. Bovendien staat het als een paal boven water dat het voor nieuwbouwwoningen veel gemakkelijker is om een nul-op-de-meterwoning te realiseren. Inmiddels heeft na Talis ook de Nijmeegse woningcorporatie WoonGenoot de eerste Duurzaam Energiedaken in gebruik genomen.

Energielabel A tot en met G


Met het Duurzaam Energiedak kunnen woningcorporaties direct 3 labelsprongen maken. Maar wat is een energielabel nu eigenlijk?

Begin 2015 ontvingen alle 5 miljoen huiseigenaren van de Rijksoverheid een voorlopig energielabel. Dit label is gebaseerd op onder meer bouwjaar en is bedoeld als stimulans om na te denken over de verduurzaming van woningen. Met een energielabel kunnen kopers en huurders in één oogopslag zien of een woning zuinig of onzuinig is. Het energielabel voor woningen geeft met de klassen A (red. groen, zeer zuinig) tot en met G (red. rood, zeer onzuinig) aan hoe energiezuinig een huis is in vergelijking met soortgelijke huizen. Inmiddels zijn er labels A+ en A++ voor onder meer nul-op-demeterwoningen.

Sinds het voorjaar van 2018 is de Energie-Index (EI) daarbij gekoppeld aan de energielabels. Dit mede gebeurd op aandringen van Aedes, de koepelorganisatie voor woningcorporaties. De EI is een cijfer waarmee de (maximale) huurprijs op basis van het Woningwaarderingsstelsel (WWS) kan worden bepaald. Voor woningcorporaties is het sinds de koppeling eenvoudiger om aan hun huurders uit te leggen wat de energieprestatie van een woning betekent voor de huur- en woonlasten van die woning.


Labelletter Grenswaarden Energie-Index (EI) woningen
A Kleiner dan 1.21
B 1.21 - 1.40
C 1.41 - 1.80
D 1.81 - 2.10
E 2.11 - 2.40
F 2.41 - 2.70
G Groter dan 2.70

Nederland telt overigens zo’n 7,5 miljoen huur- en koopwoningen. Per eind 2017 had 45 procent van deze woningen een geregistreerd energielabel. 13 procent van alle geregistreerde energielabels is een A-label, 16 procent een B-label en 31 procent een C-label. Samen vormen het A-, B- en C-label dus meer dan de helft van alle geregistreerde labels.

De woningcorporaties hebben zich via het convenant ‘Convenant Energiebesparing Huursector’ al in 2012 gecommitteerd aan de ambitie om in 2020 corporatiewoningen fors te verduurzamen. Het gaat daarbij om 2,4 miljoen corporatiewoningen die verplicht een C-label, maar gemiddeld een B-label moeten hebben.

Interesse?